القائمة
Het Huis van Imran
3.21. Voorzeker, degenen, die de tekenen van Allah verwerpen en de profeten ten onrechte doden en ook trachten de mensen te doden welke tot rechtvaardigheid aanmanen, verkondig hun een pijnlijke straf.
3.22. Dezen zijn het wier daden in deze wereld en voor het Hiernamaals verloren zijn gegaan, er zal geen hulp zijn voor hen.
3.23. Kent gij niet degenen, aan wie een gedeelte van het Boek werd gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen, opdat het onder hen rechter zij, dan wendt zich een gedeelte hunner af terwijl zij afkerig zijn.
3."24. Dat komt, doordat zij zeggen: ""Het Vuur zal ons slechts voor een luttel aantal dagen deren."" En wat zij plachten te verzinnen, heeft hen in hun godsdienst bedrogen."
3.25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen verzamelen op de Dag, waarover geen twijfel bestaat en waarop elke ziel voor hetgeen zij verdient ten volle zal worden betaald en hun geen onrecht zal worden aangedaan.
3."26. Zeg: ""O, Allah, Heer van het Koninkrijk, Gij geeft heerschappij aan wie Gij wilt en neemt terug van wie Gij wilt. Gij verheft, wie Gij wilt en vernedert, wie Gij wilt. Slechts in Uw hand is het goede. En Gij hebt macht over alle dingen."
3."27. Gij doet de nacht in de dag overgaan en de dag in de nacht. En Gij brengt het levende uit het dode voort en Gij brengt het dode uit het levende voort. En Gij geeft onbeperkt aan wie Gij wilt."""
3.28. Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen deel aan Allah, tenzij gij u zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren.
3."29. Zeg: ""Of gij dat wat in uw hart is verbergt of onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen en op aarde is. Allah heeft de macht over alle dingen."
3.30. (Gedenkt) de Dag, waarop iedere ziel zich geplaatst zal vinden tegenover het goede dat zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft gedaan, dan zal zij wensen dat er een grote afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf. En Allah is liefderijk jegens Zijn dienaren.
3."31. Zeg: ""Indien gij Allah liefhebt, volgt mij, Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah is Vergevensgezind, Genadig."""
3."32. Zeg: ""Gehoorzaamt Allah en de boodschapper"", maar als zij zich afwenden, dan heeft Allah de ongelovigen niet lief."
3.33. Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen van Abraham en de nakomelingen van Imraan boven de volkeren.
3.34. Afstammelingen, de een van de ander. En Allah is Alhorend, Alwetend.
3."35. Toen de vrouw van Imraan zeide: ""Ik draag aan U op wat in mijn baarmoeder is, dat het vrij zal zijn (om U te dienen), aanvaard het van mij, Gij zijt gewis Alhorend, Alwetend."""
3."36. Maar, toen zij er van verlost was, zeide zij: ""Mijn Heer, ik ben verlost van een meisje."" - Allah wist het beste wat zij voortbracht. ""En de man is niet gelijk aan de vrouw. En ik heb haar Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw bescherming tegen Satan, de verworpene."""
3."37. Daarom nam haar Heer haar (Maria) met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien en vertrouwde haar aan Zacharia toe. Telkens, wanneer Zacharia bij haar in de kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: ""O, Maria, waar hebt gij dit vandaan?"" Zij antwoordde: ""Het komt van Allah."" Voorzeker, Allah geeft volop aan wie Hij wil."
3."38. Toen bad Zacharia tot zijn Heer: ""Mijn Heer geef mij een rein nageslacht, voorzeker, Gij verhoort het gebed."""
3."39. En de engelen riepen tot hem, terwijl hij in de kamer stond te bidden: ""Allah geeft u de blijde tijding over Johannes, die Allah's woord zal vervullen - en hij zal edel, kuis en een profeet onder de rechtvaardigen zijn."
3."40. Hij zeide: ""Heer, hoe zal er een zoon voor mij zijn, waar ouderdom al over mij gekomen en mijn vrouw onvruchtbaar is?"" Hij antwoordde: ""Zo doet Allah, wat Hij wil."""
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات