القائمة
De Wijzen
31."21. En als er tot hen wordt gezegd: ""Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard,"" zeggen zij: ""Neen, wij zullen datgene volgen wat wij onze vaderen zagen volgen."" Zelfs al zou Satan hen tot de straf van het branden hebben uitgenodigd?"
31.22. Maar hij, die zich aan Allah onderwerpt en het goede doet, heeft inderdaad een sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller dingen.
31.23. En zij die niet geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen hen inlichten over wat zij deden, Allah weet heel goed wat in hun innerlijk is.
31.24. Wij zullen hen voor een poosje zich laten vermaken, daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven.
31."25. En als gij hun vraagt: ""Wie schiep de hemelen en de aarde?"" zullen zij gewis antwoorden: ""Allah"". Zeg: ""Alle roem behoort aan Allah."" Maar de meesten hunner weten het niet."
31.26. Aan Allah behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is, voorzeker Allah is Zichzelf-genoeg, Geprezen.
31.27. En als alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld (inkt was), de woorden van Allah zouden niet kunnen worden uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.
31.28. O mensen uw Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een enkele ziel. Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziende.
31.29. Hebt gij niet gezien, dat Allah de nacht in de dag doet overgaan en de dag in de nacht en dat hij de zon en de maan in dienst heeft gesteld? Elk loopt voor een vastgestelde tijd, Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet.
31.30. Dit is omdat Allah de Waarheid en wat zij naast Hem aanroepen vals is, en omdat Allah de Verhevene, de Grote is.
31.31. Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen door de gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? Voorzeker daarin zijn tekenen voor een ieder, die geduldig en dankbaar is.
31.32. En wanneer de golven hen als schaduwen omhullen, roepen zij Allah oprecht zijnde in gehoorzaamheid aan, maar wanneer Hij hen veilig aan land brengt, volgen slechts enigen hunner de rechte weg. En niemand verloochent Onze tekenen behalve de trouweloze, de ondankbare.
31.33. O mensen, vreest uw Heer, en ducht de Dag waarop geen vader zijn zoon iets zal baten, noch de zoon zijn vader van enig nut zal kunnen zijn. Allah's belofte is zeker waar. Laat daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat de Verleider u omtrent Allah bedriegen.
31.34. Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Hij zendt de regen neder en Hij weet wat zich in de baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات