26.141. Het geslacht van Samoed verloochende de boodschappers eveneens.
26."142. Toen hun broeder, Salih, tot hen zeide, ""Wilt gij niet godvruchtig worden?"
26.143. Waarlijk ik ben voor u een getrouwe boodschapper.
26.144. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
26.145. En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden.
26.146. Zult gij met rust worden gelaten tussen de dingen die hier zijn,
26.147. Tussen tuinen en bronnen,
26.148. En korenvelden en dadelpalmen vol vruchten.
26.149. En de huizen, welke gij met grote handigheid uit de bergen maakt?
26.150. Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij.
26.151. En gehoorzaamt niet aan het bevel der buitensporigen.
26."152. Die onheil op aarde stichten, en zich niet beteren,"""
26."153. Zeiden zij: ""Gij zijt betoverd."
26."154. Gij zijt slechts een mens zoals wij, toon ons dan een teken, als gij tot de waarachtigen behoort."""
26."155. Hij (Salih) zeide: ""Hier is een kamelin, zij heeft haar beurt om te drinken en gij hebt uw beurt om te drenken op een vastgestelde tijd."
26."156. En doe haar geen kwaad anders zal de straf van een grote Dag u achterhalen."""
26.157. Doch zij verlamden haar en daarna hadden zij er spijt van.
26.158. Maar de straf achterhaalde hen. Voorwaar daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet geloven.
26.159. Uw Heer is de Machtige, de Genadevolle.
26.160. Ook het volk van Lot verloochende de boodschappers,